'Bijzondere' werknemers
'Overige' bijzondere werknemers nader beschouwd
Onderstaand een korte beschouwing (per categorie) van de 'overige' bijzondere werk-nemers.
Aannemers van werk
De Belastingdienst omschrijft ze zo: "Aannemers van werk en hun hulpen zijn bij u in fictieve dienstbetrekking als zij zelf werk verrichten op grond van een overeenkomst tot aanneming van werk. Hiermee verplicht de aannemer zich om voor u als opdrachtgever een bepaald werk van stoffelijke aard te verrichten, voor een bepaalde prijs."
Over de loonheffingen meldt de fiscus voor deze groep: "Voor aannemers van werk moet u de loonheffingen op een andere manier berekenen en met afwijkende percentages."
Die afwijkende percentages zien er zo uit (voorbeeld 2023):
Thuiswerkers en hun hulpen
We lezen hoe de fiscus deze groep omschrijft: "Een thuiswerker is iemand die zijn werk niet verricht in het bedrijf van de werkgever, maar thuis of op een andere plaats. Een thuiswerker en zijn hulpen zijn in fictieve dienstbetrekking als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan (et cetera) ".
Ook de Thuiswerkers en hun hulpen kennen een afwijkend loonheffingsregime vergeleken met 'normale' werknemers. De thuiswerkers en hun hulpen vallen onder dezelfde tabellen als de aannemers van werk.
Artiesten en beroepssporters
Het adagium van de fiscus luidt: 'Leuker kunnen we het niet maken, wel gemakkelijker'. Maar als er één groep is voor wie het verlonen zeker niet 'gemakkelijk' is dan zijn het wel de artiesten en beroepssporters. De Belastingdienst heeft er zelfs een aparte handleiding voor moeten schrijven: https://download.belastingdienst.nl/belastingdienst/docs/handl_lh_artiest_ber_sporters_2022_lh0231t21fd.pdf (2022)
Onderstaand in een notendop de mogelijke 'afwijkingen' bij artiesten en beroepssporters:
• Kostenvergoedingsbeschikking (KVB)
• Kleinevergoedingsregeling (KVR)
• Binnenlandse artiest
• Buitenlandse artiest
• Buitenlandse beroepssporter
Relaxbranche
Deze groep is reeds sinds het jaar 2008 individueel 'benoemd' door het UWV en de fiscus. De relaxbranche valt nu onder de sector 55 'Overige takken van bedrijf en beroep'. De fiscus geeft de branche de wat explicietere naam 'Prostitutiebedrijven'. Â De relaxbranche kent eveneens vele fiscale regels. Ook voor deze branche heeft de Belastingdienst dan ook een aparte brochure moeten maken.
In de relaxbranche kan een werknemer óf in loondienst zijn, óf een pseudo-werknemer. Als de werknemer in loondienst is, mag de werkgever (onder voorwaarden) 20% van het brutoloon onbelast uitbetalen. Dus als de werknemer € 1.000,- bruto verdient dan wordt er over € 200,- geen premies en loonheffing berekend. Dat wijkt dus sterk af van de normale loonheffingsregels voor werknemers in loondienst.
Maar ook als de werknemer kiest voor opting-in (pseudo-werknemer) gelden afwijkende regels ten opzichte van andere pseudo-werknemers. Want de loonheffing bedraagt dan slechts 19% (voorbeeld 2023). Behalve - zo meldt de fiscus - als de sekswerker andere inkomsten heeft en bij die inkomsten al rekening is gehouden met de algemene heffingskorting. In dat geval moet 36% (voorbeeld 2023) worden ingehouden.
Werknemers in de relaxbranche zijn dan ook in meerdere opzichten bijzonder. Zelfs in fiscale zin.
Werknemers met 30%-regeling (2025 en verder)
De 30%-regeling geeft werkgevers de mogelijkheid om een belastingvrije vergoeding van maximaal 30% van het loon te verstrekken aan schaarse en specifiek deskundige werknemers vanuit het buitenland voor een maximale periode van vijf jaar. Hiervoor is een beschikking van de Belastingdienst nodig. Deze vergoeding is bedoeld om de extra kosten te dekken die deze werknemers maken voor hun verblijf buiten hun land van herkomst (de zogenoemde extraterritoriale kosten, zoals reis- en huisvestingskosten). De werkgever kan jaarlijks kiezen ofwel de 30%-regeling toe te passen dan wel de werkelijke extraterritoriale kosten aan de werknemer te vergoeden.
Bij het Belastingplan 2024 was een motie aangenomen om de 30%-regeling te evalueren. Uit deze evaluatie is gebleken dat de versobering van de 30%-regeling een negatieve invloed heeft op het vestigingsklimaat, en dat een vast forfait beter aansluit bij de kosten-ontwikkeling. Daarom werd op verzoek van zowel de Tweede als de Eerste Kamer de versobering grotendeels teruggedraaid.
• De maximale onbelaste vergoeding voor de extraterritoriale kosten zal per 2027 een vast forfait van 27% zijn.
• Voor de jaren 2025 en 2026 geldt voor alle ingekomen werknemers een forfait van 30%.
• Werknemers die vóór 2024, dus uiterlijk op 31-12-2023 een 30%-beschikking hebben ontvangen, vallen onder het overgangsrecht. Zij houden voor de gehele looptijd recht op de 30% en de toepassing van de  huidige salarisnormen.
• Vanaf 2027 zal de salarisnorm verhoogd worden naar € 50.436 (nu nog € 46.107).
De jaarlijkse indexeringen komen hier nog bovenop.
Schematisch ziet het overgangsrecht er als volgt uit:
Beschikking aanvragen
U kunt de beschikking aanvragen via www.belastingdienst.nl met het formulier 'Verzoek loonheffingen 30%-regeling'.
Stuur het ingevulde en ondertekende formulier naar:
Belastingdienst/Kantoor Buitenland
Postbus 2865
6401 DJ Heerlen
Het scherm waar u de 30%-regeling kunt instellen, vindt u onder de vaste werknemers-gegevens, op het tabblad 'Loon', 'Loonheffing':
Afbeelding: Loon, Loonheffing, 30%-regeling