Loonbeslag en overige betalingsregelingen
Loonbeslag en loonbeslag in termijnen
Bij loonbeslag is er altijd een deel van het loon waarop geen beslag gelegd mag worden, dit is de zogenoemde beslagvrije voet. Loon kan niet bepalen wat de beslagvrije voet is voor de desbetreffende werknemer, dit is namelijk afhankelijk van de persoonlijke situatie van de werknemer. In het algemeen zal het zo zijn dat de deurwaarder vaststelt wat de beslagvrije voet is voor de werknemer. U kunt dit dan overnemen in de hiertoe bestemde velden:
Afbeelding: betalingsregelingen, beslagvrije voet
Datum wijziging minimumlonen bepaalt 'per 1 januari' of 'per 1 juli'
De beslagvrije voet wordt onder andere vastgesteld op grond van het minimumloon. De laatste jaren wijzigen de minimumlonen steevast per 1 januari, en per 1 juli. Voor de periode van 1 januari tot en met 30 juni, vult u dan ook het bedrag voor de beslagvrije voet in bij het veldje 'Beslagvrije voet per 1-1'. Voor de periode van 1 juli tot en met 31 december, doet u dat in het veldje 'Beslagvrije voet per 1-7'.
In de meeste gevallen zal de deurwaarder beslag leggen op al het loon boven de beslagvrije voet. In dat geval kiest u bij Soort voor Loonbeslag met beslagvrije voet. U kunt vervolgens alle velden invullen. Hetgeen u bij Omschrijving invult, komt op de loonstrook terug.
Afbeelding: betalingsregelingen, soort, loonbeslag
Tot het loon waarop beslag gelegd kan worden behoort iedere geldelijke beloning, voor zover die meer bedraagt dan de beslagvrije voet.
Alles boven de beslagvrije voet valt dus onder het loonbeslag, zoals ook:
- vakantiegeld
- 13e maand
- bonus
- overwerk
Let op: Een onkostenvergoeding is geen loon en hierop kan daarom geen loonbeslag gelegd worden. Loon houdt hier automatisch rekening mee. Als er bijvoorbeeld een reiskostenvergoeding van toepassing is, dan zal de werknemer het bedrag van de beslagvrije voet plus de reiskostenvergoeding ontvangen:
Afbeelding: betalingsregelingen, verwerking loonbeslag op strook
In dit voorbeeld is het loon voor oktober berekend. Wij hebben een beslagvrije voet opgegeven van 887,87. De reiskostenvergoeding bedraagt 123,50. Totaal is dit een bedrag van 1.011,37 wat wordt gestort op de rekening van de werknemer. De beslaglegger krijgt het restbedrag van het nettoloon.
Het kan ook voorkomen dat de beslaglegger het goed vindt om een termijnbedrag voor de aflossing af te spreken. In dat geval kiest u bij Soort voor Loonbeslag in termijnen met beslagvrije voet. In hetzelfde voorbeeld ziet dit er – bij een termijnbedrag van 200 euro - op de strook als volgt uit:
Afbeelding: betalingsregelingen, verwerking loonbeslag termijnen op strook
Als het loon boven de beslagvrije voet niet toereikend is voor het gehele termijnbedrag, zal een deel aan de beslaglegger wordt overgemaakt. U ziet op het tabblad Meldingen dan het volgende terug:
Afbeelding: betalingsregelingen, tabblad Meldingen