Wet Arbeidsmarkt in balans (Wab) en Loon
Uitzonderingen op de hoofdregel
Alsnog lage WW-premie
Als niet aan de drie voorwaarden van de hoofdregel voor de lage WW-premie wordt voldaan, is de hoge premie van toepassing. Echter, in afwijking hiervan geldt in de volgende situaties alsnog de lage premie:
• werknemers met een leerwerkovereenkomst op grond van de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL).
• werknemers die bij aanvang van het aangiftetijdvak jonger zijn dan 21 jaar en in dat aangiftetijdvak maximaal 48 verloonde uren (vierwekenaangifte) c.q. 52 verloonde uren (maandaangifte) hebben. Let op! Deze urennorm geldt per aangiftetijdvak.
• Werkgeversbetaling van een uitkering werknemersverzekeringen. Denkt u aan bijvoorbeeld een IVA- of Wajong-uitkering. Eigenrisicodragers ZW en WGA kunnen ook de lage premie toepassen op de uitkering.
Alsnog hoge WW-premie (Herziening)
Andersom kan het ook zo zijn dat in eerste instantie de lage premie van toepassing is (er is oorspronkelijk voldaan aan de hoofdregel), maar achteraf alsnog de hoge premie toegepast dient te worden. De premie moet dan worden herzien. Dit is het geval in twee situaties.
· De werknemer gaat binnen twee maanden (bijv. in de proeftijd) weer uit dienst.
· Per 2022: Na afloop van het loonjaar blijkt de werknemer meer dan 30% meer uren gewerkt te hebben dan zijn contracturen. Bijvoorbeeld: een werknemer heeft een schriftelijke overeenkomst voor onbepaalde tijd voor 30 uur per week maar werkt in feite 40 uur per week. Als het hele jaar de lage premie is toegepast, moet dat aan het eind van het jaar herzien worden.
NB. Dit is niet van toepassing voor fulltimers (vanaf 35 uur per week).
Zie voor de praktische uitwerking verderop onder ‘Toepassing WW-premie in Loon. Uitzonderingen, alsnog hoge WW-premie (Herziening)’.