Transitievergoeding
Voorbeeld transitievergoeding
Stel, een werknemer gaat 31 oktober uit dienst. De werknemer is vijf jaar, vier maanden en 10 dagen bij de werkgever in dienst geweest. Hij heeft een maandsalaris van € 2.500,00. Dat is inclusief een twaalfde deel van het jaarlijkse vakantiegeld, en de eindejaarsbonus. Er is door de werkgever opgezegd. Werknemer heeft recht op 1/3 maandsalaris x 5 dienstjaren = € 833,33 x 5 = € 4.166,67.
U verloont eerst de laatste werkmaand (oktober), inclusief het vakantiegeld en de eventueel resterende vrije dagen. U maakt vervolgens een nieuw dienstverband aan via de in de vorige paragraaf genoemde stappen.
Vervolgens kunt u de transitievergoeding gaan verlonen. Gaat u naar:
• ‘Verlonen’
• Kies voor de periode 10 (oktober)
• Voeg via het plusje direct de incidentele beloning ‘Transitievergoeding’ toe
• Loon maakt dan automatisch een nihilloon aan
• U vult het bedrag voor de transitievergoeding in. In ons voorbeeld € 4.166,67 (bruto).
• De nihil-verloning van oktober (10), en de transitievergoeding (10A) worden nu tegelijk
verloond.
• De loonstrook voor de transitievergoeding (10A) ziet er zo uit:
Afbeelding: Loonstrook, Transitievergoeding
Op het tabblad ‘Kosten werkgever’ van de transitievergoeding (10A) ziet u terug dat alleen de premie Zorgverzekeringswet berekend wordt:
Afbeelding: Kosten werkgever, Transitievergoeding
• Sla de lonen op met ‘OK’ en vervolgens met ‘Ja’.
Let op: Er ontstaat geen loontijdvak voor de verloning van de transitievergoeding, dat betekent dat er alleen premie Zorgverzekeringswet berekend wordt indien er cumulatief ruimte is (VCR systematiek als gehanteerd door de Belastingdienst).